Towards a Politics of Communion
Catholic Social Teaching in Dark Times
gepubliceerd: woensdag, 6 april 2022
Catholic Social Teaching in Dark Times
De ondertitel van Anna Rowlands boek Towards a Politics of Communion trok mijn aandacht toen ik vorig jaar bij toeval een aankondiging op Twitter aantrof. Het was zo’n blink of the eye waarin je je realiseert dat je als het ware een engel gezien hebt. Het was vooral de toevoeging “Catholic Social Teaching in Dark Times”. Niet omdat voor ons de tijd verduisterd is door de coronapandemie, klimaatcrisis, vluchtelingenstromen. We hebben in elke tijd zieners nodig die hun omgeving verlichten. Maar ik moest onmiddellijk denken aan het boek van de Joodse politieke filosofe Hannah Arendt “Men in Dark Times” (1968), een bundeling van artikelen die zij schreef over bijzondere personen als Rosa Luxemburg, Lessing, Karl Jaspers en Angelo Guiseppe Roncalli (Paus Johanes XXIII) die in historische situaties waarin zij leefden een soort bakens waren. Op een bepaalde manier waren ze ondanks generatieverschillen elkaars tijdgenoten waren.
Had Rowlands opzettelijk deze verwijzing naar Arendt gedaan? Toen ik twee weken later haar boek in handen kreeg, werd mijn vermoeden bevestigd. Op twee manieren is er een verband. Rowlands noemt Arendt’s boek “Men in dark times” uitdrukkelijk. En er is ook een inhoudelijk verband. Arendt blijkt voor Rowlands een ideale gesprekspartner te zijn. Zij verschillen ingrijpend van elkaar. De Openbaring speelt in Arendts politieke filosofie per definitie geen rol, terwijl zij voor Rowlands een grote bron van inspiratie, kennis en wijsheid is. Maar evenals Arendt neemt zij de historische werkelijkheid zoals zij aan ons verschijnt door de tijden, serieus. De Kerk is geen opzichter over een schatkist vol principes waaronder de Katholieke Sociale Leer (KSL), maar een “rather dynamic subject of history, working out its own identity, calling, subjectivity in interaction with the shifting contours of work, exchange, political power and social identities in modern and now late modern societies”. Rowlands citeert één van de documenten van Vaticanum II, Dignitatis humanae, dat de KSL ziet als “born of the encounter of the Gospel message and of its demands (summarized in the supreme commandment of love of God and neighbour in justice) with the problems emanating from the life of society”.
Beginnend bij Rerum novarum, sociale encycliek van paus Leo XIII, de eerste in de moderne tijd, 1891 via drie Brieven van paus Pius XI aan de vooravond van de Wereldoorlog II en aan de hand van vele andere kerkelijke documenten tot aan de encyclieken en andere gezaghebbende geschriften van paus Franciscus laat Rowlands zien dat er een ontwikkeling is in de Katholieke Sociale Leer in heden en verleden tot en met de oudste bronnen, de Heilige Schrift en de Kerkvaders. Waar op het eerste gezicht sprake lijkt van tegenstellingen, blijkt in veel gevallen dat verschillen van inzicht of formulering meestal terug te leiden zijn tot ingrijpende veranderingen in de politieke en maatschappelijke wereld.
Aan de hand van kernwaarden als bezit, menselijke waardigheid, het gemeenschappelijke goed, solidariteit, subsidiariteit, gerechtigheid, de voorrang van de armen, en de zorg voor de aarde als onze gemeenschappelijke woning, laat Rowlands zien hoe door achtereenvolgende generaties nieuwe ontdekkingen werden gedaan, hoe sociale en politieke verhoudingen veranderden en hoe dit allemaal vroeg om telkens opnieuw doordacht te worden, maar steeds vanuit het besef in een gezamenlijke waardevolle levende traditie te staan. Zij strijkt verschillen niet. Glad. Ze laat juist de spanningen zien die door de generaties heen ontstonden en zullen blijven ontstaan. Ze past ook geen gemakkelijke dialectiek toe die de geschiedenis terug brengt tot autonome processen. Integendeel. De uitdaging om in het licht van het Evangelie met sociale vraagstukken klaar te komen vraagt om persoonlijke denkkracht en moed, kortom besef van roeping en verantwoordelijkheid onder de leiding van de Heilige Geest.
Rowlands is erin geslaagd de eenheid en de veelzijdigheid van de KSL voor het voetlicht te brengen op een wijze die wetenschappelijk verantwoord is maar die ook in staat is de ene vonk na de andere over te laten springen. Ze is enthousiast over de KSL zonder dat ze de methodische aanpak verwaarloost. KSL een saaie aangelegenheid? Rowlands laat zien dat ze springlevend is en voor kerk en maatschappij van grote betekenis is. Elke pastor of geïnteresseerde die haar boek leest zal stof vinden om zijn of haar preken of gesprekken interessanter en relevanter te maken voor moderne mensen. Elke politicus die verlangt het Evangelie als bron voor zijn of haar visie en beleid aan te wenden, zal weer zin krijgen om met de KSL aan de slag te gaan.
Towards a politics of communion is de titel van het boek. Lijkt dat niet een poging om het onverenigbare te verenigen? Politiek als publiekelijk menselijk, ontoereikend spreken en handelen in een wereld waarin macht centraal staat, en Communion als verwijzing naar het mysterie van God die zich verbonden heeft aan mensen, het geheim van de kerk die dienstbaar wil zijn aan de mensen? Tijd en eeuwigheid. Rowlands zoekt niet naar een bleek compromis, maar naar verzoening doordat we weer leren te luisteren naar elkaar en vooral naar de armen en de ontheemden en de geschonden aarde samen met de bronnen van ons geloof. Een moedig boek, en vooral een boek dat de burger weer moed geeft doordat het de actualiteit en de ongelofelijke rijkdom van de KSL aantoont en doorgeeft.