Een vreemd land als vaderland
Communio wijdt nummer aan problematiek van christelijke vluchtelingen in Europa
gepubliceerd: dinsdag, 15 augustus 2017
Het Internationaal Katholiek Tijdschrift wijdt haar dubbelnummer 3-4 (uitgave augustus 2017) aan de problematiek van de christelijke vluchtelingen in Europa. De website van het tijdschrift geeft het volgende hier over aan:
Eén van de vroegste christelijke geschriften uit de periode onmiddellijk na het Nieuwe Testament, de Brief aan Diognetus, beschrijft het leven van de christenen als van mensen die wezenlijk vreemdelingen zijn op aarde, omdat hun vaderland elders is, in de hemel (cf. Fil. 3, 20): “Elk vreemd land is hun een vaderland en elk vaderland een vreemd land”.
Op een bijzonder schrijnende manier hebben deze oude teksten een confronterende actualiteit en concreetheid gekregen door de vluchtelingenstroom die sinds de zogenoemde Arabische Lente en de daaruit volgende instabiliteit in het Nabije-Oosten op gang gekomen is. Honderdduizenden mensen zijn op zoek gegaan naar veiligheid, geluk en een nieuwe toekomst op het Europese continent. Deze vluchtelingen zijn van zeer diverse afkomst en achtergrond. Onder hen zijn ook groepen christenen, die vanuit een minderheidspositie in het Nabije-Oosten terechtkomen in de geseculariseerde (West-)Europese cultuur. Verschillende aspecten van de problematiek van deze christelijke vluchtelingen worden in dit nummer van Communio belicht.
Communio is vereerd dat Mgr. J.H.J. van den Hende, bisschop van Rotterdam en voorzitter van de Nederlandse bisschoppenconferentie, die vanuit zijn hoedanigheid als bisschop-referent voor de oecumene ook de contacten met katholieken van de Byzantijnse ritus en met de oosterse en orthodoxe Kerken behartigt, in een eerste bijdrage de zorg uitspreekt van de Kerk voor christenen die gebukt gaan onder vervolging.
Drie getuigenissen maken de problematiek van de vervolgde christenen concreet en tastbaar. Mgr. Bashar Matti Warda, aartsbisschop van Erbil (Irak), vertelt over de vervolging van christenen door ISIS. Serina Mansoor, eveneens afkomstig uit Irak, kwam in 2007 naar Nederland. Zij beschouwt zichzelf als één van de gelukkigen die de oorlog en terreur konden ontvluchten. De van oorsprong Syrische Daher, Lama, Hazem en Joul Lutfi leggen in een gesprek, dat Communio met hen gevoerd heeft, getuigenis af van hun christelijke geloofsovertuiging, waarvoor ze bereid waren vervolging en vlucht te doorstaan.
Na deze getuigenissen, die een beeld geven van de actuele situatie, laten we paus Franciscus aan het woord, die in zijn recente Boodschap voor de Werelddag van migranten en vluchtelingen een stem geeft aan het lijden van de migrantenkinderen.
Deze tekst van de paus wordt gevolgd door een Bijbelse bezinning van de hand van pastoor Ruud Gouw over de voorstelling van Jezus als een vluchteling in het Mattheüsevangelie. Leo van Leijsen, medewerker van de Katholieke Vereniging voor Oecumene, geeft in een fundamenteel overzichtsartikel een beeld van de verschillende kerkelijke gemeenschappen waaruit de meeste vluchtelingen in Europa afkomstig zijn. In zijn kerkrechtelijke bijdrage gaat Ton Meijers in op het recente schrijven van paus Franciscus, De concordia inter codices. Door de vluchtelingenstroom groeit de aanwezigheid van christenen van de Oosterse ritussen in het Westen. In De concordia inter codices heeft de paus verschillende bepalingen opgenomen die de verhouding tussen het Latijnse en het Oosterse Recht op meerdere belangrijke thema’s herdefiniëren. Van liturgische aard is de bijdrage van Jo Hermans, die de verschillende dimensies van het (nieuwe) misformulier “Voor vluchtelingen en ballingen” uit het Romeinse missaal analyseert. Pierpaolo en Andrea Flesia zijn met hun gezin lid van de Gemeenschap Johannes XXIII, die in Italië betrokken is bij de opvang van bootvluchtelingen. Hun getuigenis toont hoe de Kerk niet alleen door gebed, maar ook door daadwerkelijk hulpbetoon probeert de thuislozen een opvang te bieden.
De pogingen vanwege het politieke bestel om een oplossing te bereiden voor de menselijke tragedies die verbonden zijn met het geweld in het Nabije-Oosten en de daarmee samenhangende vluchtelingenstroom, worden verwoord door Pieter Omtzigt en Ewelina U. Ochab en door Wouter Beke, prominente christendemocratische politici in resp. Nederland en België.
Bron: http://communio.nl